Wateringse Veld veiliger en leefbaarder dankzij het BIT

Jeroen en Jan van het BIT samen op straat

Elke week lopen ze door de wijk: de teams van het BIT, oftewel Buurt Interventie Team. In het Wateringse Veld signaleren ze zaken die aandacht nodig hebben om de wijk schoon, veilig en leefbaar te houden. Jeroen Dekker en Jan de Bruijn en hun team zijn er al jaren zoet mee.

Rommel op straat, scheefliggende tegels, het zijn een paar voorbeelden van dingen die Jeroen en Jan melden. Ze lopen verschillende avonden door de wijk, zegt Jan, die al 45 jaar actief is voor zijn leefomgeving. “In totaal zijn we met 17 leden in het team, waarvan er 15 op straat surveilleren. We lopen in tweetallen in herkenbare blauwe kleding met het BIT-logo. Onderweg hebben we een portofoon bij ons en een goede lamp, om bijvoorbeeld in brandgangen te kunnen kijken.”

Troep erbij

Jeroen loopt al ruim 10 jaar mee met het BIT. “Dat doe ik om iets terug te doen voor de wijk,” zegt hij. “Het is een mooie wijk en dat wil ik graag zo houden. Dan vind ik dat ik er zelf ook moeite voor moet doen. Als ergens eenmaal rommel ligt, gooien mensen er nog meer bij. Houd je het netjes, dan blijft het netjes.” Hij geeft een paar voorbeelden van dingen die ze tegenkomen: “Verkeerd geplaatst en niet aangemeld huisvuil of grofvuil, kapotte lantaarnpalen, boomwortels die tegels omhoog drukken, verkeerd geparkeerde auto’s...” Jan wijst: “En kijk daar, een winkelwagentje. Bewoners laten ze na gebruik rondslingeren en dan berichten wij de supermarkt. Andere dingen melden we bij de politie, handhaving, gemeente, partners of Staedion. Ons kantoortje zit ook in het wijkkantoor van Staedion.”

Dronken man

Mag het BIT alleen maar signaleren en melden? “Wij mogen hetzelfde als iedere burger,” legt Jan uit. “Iedereen mag iemand staande houden. Dat hebben we niet lang geleden nog gedaan toen een dronken man veel overlast veroorzaakte.” De boomlange Jeroen lacht: “Die deed heel moeilijk, maar ik kon hem wel aan.”

Klapraam openbreken

De BIT’ers zijn goed getraind, vertelt Jan. “We hebben een cursus gehad van een ex-inbreker. Die liet bijvoorbeeld zien hoe je in 30 seconden met een stuk touw een closetrolletje een half openstaand klapraam openmaakt. Ook hebben we de training Spotter Informant gevolgd van de politie, daarmee leer je afwijkend gedrag herkennen. De politie heeft als test 2 nep-boeven losgelaten. Binnen 12 minuten hadden we die te pakken. Eentje stond bij 29 graden met een jas aan de tegels in de voortuin te vegen en de tweede werd staande gehouden op basis van een signalement. Ik zag meteen: dit klopt niet.” Met hun kennis geven de BIT’ers ook voorlichting aan wijkbewoners, zoals over inbraakpreventie.

Kloppend hart

Behalve bij overlast komen de BIT’ers ook in actie als mensen in nood zijn. Jeroen: “In 2014 heb ik op kosten van de gemeente mijn EHBO met reanimatie gehaald. Ik ben aangesloten bij HartslagNu, die kunnen je oproepen als iemand geen hartslag meer heeft. Ik heb al 6 of 7 mensen die met de ambulance werden opgehaald, met kloppend hart de ambulance in gekregen.”

Stadsspeld

Veel bewoners vinden het prettig dat het BIT er is. “Mensen voelen zich veiliger,” weet Jan. “Ze weten ons ook te vinden, we zijn een aanspreekpunt voor de wijkbewoners.” Hij vindt het belangrijk dat teamleden waardering krijgen voor hun werk. Daarom heeft hij Jeroen voorgedragen voor de Stadsspeld, een onderscheiding voor mensen die zich in Den Haag als vrijwilliger langer dan 10 jaar inzetten voor de samenleving. Jeroen kreeg de onderscheiding op 29 november. “Dat was een verrassing, een erkenning voor waar ik al die jaren mee bezig ben. Daar was ik wel vol van, heel bijzonder. Wethouder Balster heeft hem opgespeld. Ik was zeer vereerd.”