BabyBullenBank: een goede start voor kleintjes

Wie kinderen heeft, weet hoeveel spullen je nodig hebt als er een kleintje komt. Maar lang niet iedereen kan alles zelf kopen. De BabyBullenBank wil elke baby een goede start geven. Met geschonken babyspullen, die ouders in nood via hulpverlening kunnen aanvragen.

Als je bij de BabyBullenBank binnenkomt, valt het meteen op: alles is heel netjes georganiseerd. Rekken met kleertjes, zorgvuldig op maat gesorteerd. Kinderwagens, wipstoeltjes, het is er allemaal. Daartussen zitten Stien en Wim de Klein, die alles regelen. Wim vertelt: “Alles wat je hier ziet, hebben mensen bij ons gebracht. Wij sorteren alles en zorgen dat jonge ouders krijgen wat ze nodig hebben.”

Via instanties

Ouders kunnen niet zelf naar de BabyBullenBank, legt Stien uit. “Als ze niet genoeg geld hebben, kunnen ze via instanties bij ons terecht. Ze moeten kunnen aantonen dat ze weinig geld hebben. Een aanvraag indienen kan via maatschappelijk werk, de verloskundige, Wijkz, Vluchtelingenwerk, Middin, HMC, noem maar op. Wij zorgen dat alles een maand voor de bevalling klaarstaat. Dan kunnen ze het komen ophalen.”

Voor een half jaar spullen

Naast praktische spullen zijn er ook lieve knuffels. Stien laat een prachtig gehaakt popje zien. “Mijn zus breit en haakt knuffels en iemand op de kaartclub ook. Zo komt er van alles binnen. Maar vooral praktische dingen. Met onze voorraad kunnen we voor een halfjaar spullen meegeven. Kleertjes gaan tot maat 68. We letten ook op de seizoenen. Als een vrouw in de winter bevalt, is het een half jaar later zomer. Dan heb je niks aan dikke truitjes en dekentjes.” Alles krijgt een tweede leven: “Wat we overhouden, gaat naar de Kast van Lotje of een ander goed doel. We gooien alleen weg wat helemaal niet bruikbaar is.”

Levenswerk

Wim en Stien hebben hier hun nieuwe levenswerk van gemaakt. Wim vertelt: “Samen hebben we een buurtsuper gehad. Na ons pensioen zaten we een jaar thuis. Dat was niks. Iemand op de nordic walking club zei dat de BabyBullenBank vrijwilligers zocht. Dat is 8 jaar geleden. We zijn gaan kijken en nooit meer weggegaan.” Nu werken ze hier 2 dagen per week. “Wij zien zelf nooit baby’s,” zegt Stien, “maar we weten dat we het voor die kleintjes doen. Dat is genoeg, ook al horen we nooit iets van zo’n gezin.” Wim knikt. “We weten dat we mensen goed helpen. Vluchtelingen bijvoorbeeld. Die zijn van het ene asielzoekerscentrum naar het andere gegaan en hebben helemaal niks. Wij hebben een rijk leven gehad en doen dit graag.” Stien valt hem bij: “In de 8 jaar dat we dit doen, hebben we jaarlijks tussen de 300 en 350 baby’s geholpen. Dus minstens 2.400 in totaal. Niet gek, toch?”

Vrijwilligers

De BabyBullenBank is ondergebracht bij Stek (voor Stad en Kerk) en is 4 dagen per week open. Stien: “Wij zijn er 2 dagen, samen met Nurgül en Sandra, ook vrijwilligers. Op de andere dagen zijn er anderen.” Nurgül, die liever niet op de foto wil, vertelt: “Ik wilde graag vrijwilligerswerk doen en ben 4 jaar geleden begonnen. Het is heel leuk om te doen, zo samen met Stien en Wim.”

Spullen brengen: eerst bellen

Babyspullen geven aan de BabyBullenBank kan op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag tussen 9:00 en 11:30 uur. Stien: “Brengers zijn van harte welkom, maar bel eerst even. Dan kunnen wij aangeven wat we nodig hebben. Soms hebben we ineens bedjes te veel en een paar weken later juist te weinig. We verdelen het graag, want de ruimte is krap.”